Glurns

Een juweel aan de Etsch

Onder de mystieke Tartscher heuvels in Obervinschgau ligt het historische stadje Glurns , dat al eeuwen geen merkbare verandering heeft ondergaan. Met rond 900 inwoners is Glurns de kleinste stad van het zuidelijk Alpengebied en een waar kleinood, Het heeft naast het middeleeuwse centrum een volkomen in stand gebleven vesting die de stad omsluit.
Glurns was al bewoond in de romeinse tijd, want hier was niet alleen een belangrijk verkeersknooppunt aan de handelsweg Via Claudia Augusta, de stad was ook een belangrijke markt en overslagplaats voor de zouthandel. In het jaar 1304 werd het stadje voor het eerst in een oorkonde als stad genoemd. Twee eeuwen daarna werd de stad in de Calvenschlacht in de Engadiener oorlog bijna totaal verwoest. Hierop werd in het begin van de 16e eeuw de tot nu toe bestaande 10 meter hoge stadsmuur met 10 verdedigingstorens en 3 poorten gebouwd.
Niet alleen de muur en zijn torens zijn de moeite waard om te bezichtigen maar ook de middeleeuwse huizen, gewelven en overdekte wandelgangen, statige kerken en het kasteel.
Sinds enkele jaren is er in de Tauferer toren een permanente tentoonstelling van de beroemdste zoon van de stad, de in 2009 gestorven kunstenaar Paul Flora.